Jelly is 88 en sinds kort alleen. Zelf zegt ze: ‘Ik weet niet álles meer, maar dat mag op mijn leeftijd’. En soms zegt ze ook: ‘Ik ben lang niet gek’. En ’t is allebei waar al raakt ze makkelijk de draad kwijt bij nieuwe dingen. En nu is er een nieuwe hond!
Die hond was er voordat de kinderen er erg in hadden. Geregeld via een behulpzame buurman. En de kinderen vormden meteen een ontmoedigingsbeleid. Wie wil er nu op zijn 88ste nog een hond? Wie komt er überhaupt op dat idee? Nou, Jelly dus. En dat ontmoedigingsbeleid heeft het niet gered. Wat is nu het meest effectief als het om Jelly’s geluk gaat?
Ons advies? Zó doe je dat:
- Leef je in Jelly in. En kijk naar wat ze nu weer doet sinds Fikkie er is.
- Stel Jelly gerust en complimenteer haar. ‘Geweldig zoals het nu gaat. Fikkie heeft het naar zijn zin, dat zie je’.
- Ga na of Fikkie ’tekort’ komt (eten op tijd? Af en toe er uit?) en bedenk daar simpele oplossingen voor.
Kortom, Jelly en Fikkie kunnen met een beetje steun van buitenaf samen veel aan. En Fikkie doorbreekt dat Jelly alleen maar in de stoel hangt. Hij stimuleert haar om voor hem te zorgen.
Weten waarom Jelly veel meer onderneemt sinds Fikkie? Over méér beweging en initiatief?