Han belt. Dat gebeurt niet vaak, hoewel hij weet dat hij altijd kan bellen. Maar nu valt hij met de deur in huis. ‘Joke is zo achterdochtig’, zegt hij, ‘ze kachelt de hele dag achter me aan. Wil mee naar de winkel, naar de garage, naar de apotheek. En gisteren barstte de bom; ik moest met onze kat naar de dierenarts. Ze wou mee maar dat weigerde ik want dat kan ze niet aan….’ Het is duidelijk, de rapen zijn gaar. Han noemt het ene na het andeere voorbeeld. Waardoor begint het steeds? Als Han zijn jas en een tas pakt, sleutels en portemonnee zoekt en naar de deur loopt. Het is alsof er een startschot af gaat. Joke begint ineens en altijd roept ze dat ze mee wil en daarna dta han niet te vertrouwen is. Met wie ‘doet’ hij het wel niet allemaal? Ja, ze heeft hem wel door. Met Kim van de Thuiszorg natuurlijk. Die is niet voor niets steeds zo aardig. Han heeft van alles al geprobeerd, maar niets helpt. Joke wordt een bumperklever, lijkt het wel.

Achterdocht, hoe zo?

Achterdocht en wantrouwen komt veel voor bij dementie. Als je door je dementie niet alles meer begrijpt en vaak in de war bent, zijn veel situaties lastig omdat je ze niet meer kunt volgen. Een deel van die situaties komt maar af en toe voor maar alles in je ‘naaste’ kring prikkelt extra. Je hebt die lieve vriend of partner of dochter nu extra hard nodig en dan gaan ze weg. Waar zijn ze dan en wanneer komen ze terug? Als ze al terug komen…. Achterdocht komt door angst. Angst dat je alleen blijft, dat niemand je helpt. En daarom zijn mensen met dementie vooral achterdochtig naar mensen die voor ze zorgen, die veel bij ze zijn. Heel triest, maar juist zij zijn ‘slachtoffers’ van de achterdocht.

Han gaat de achterdocht serieus te lijf maar of dat helpt?

Nu Han weet dat Joke niet begrijpt wat hij van plan is en evenmin zij niet mee kan naar de dierenarts, besluit hij haar uit te leggen hoe het zit. Als hij van de dierenarts terug komt, vertelt hij eerst wat er met Brunette (hun 8 jaar oude kat) aan de hand is en zet dan een pot thee. ‘We moeten praten’ zegt hij ernstig ‘over onze ruzie van daarnet. Zo kan dat niet langer. Want je weet dat Brunette het niet fijn vindt in de auto en dan moet ik alle aandacht daar bij hebben en dan is het niet handig als ik jou er ook bij heb.’ Joke begrijpt er niets van. Han gaat verder en legt uit dat dat schelden van Joke hem dwars zit. ‘Zo gaan we toch niet met elkaar om?’. Joke vraagt naar de kat? Gaat die nu wel of niet dood? Niet dood, denkt Han en tegelijk realiseert hij zich dat dit gesprek geen zin heeft. Het lijkt wel of Joke het hele gedoe is vergeten. Als Han vlak daarna zijn jas aantrekt om de vuilnisbak buiten te zetten, doet Joke haar jas ook aan. ‘Ik wil mee’, zegt ze, ‘je weet maar nooit….’.

Hoe pak je dit goed aan? De eerste tip die werkt?

Wat kan helpen als je partner met dementie achterdochtig is en je steeds wantrouwt? In elk geval geen uitleg. Niet vertellen waar je heen gaat en waarom de ander niet mee kan. Ook niet extra toenadering zoeken en het zo ‘lief’ mogelijk nog eens toelichten. Achterdocht vraagt om een praktische, directe benadering. Kort en praktisch: ik ben even weg en (nu maak je de overstap naar wat de andeer gaat doen) hier is een kop thee. De nadruk moet niet liggen op jouw vertrek en op wat jij allemaal gaat doen (naar de bakker, nog even langs de apotheek en dan bij de schoenmaker…) maar op de situatie van Joke, Bij uitleg ga je onbewust jouw vertrek uitgebreid toelichten en dan maak je dat aantrekkelijk. En terwijl je het UIT-GE-BREID vertelt, zeg je ook nog dat je er zo weer bent. Dat brengt verwarring. Vertl kort en praktisch en ga in op de thuissituatie waar net de Libelle in de bus is gevallen of de spruitjes moeten worden schoon gemaakt. Zou Joke dat willen doen? Ha, fijn!

Meer weten?

    Ben je benieuwd naar een aanpak die hier kan helpen en naar de ‘natuurwetten’ om in een thuissituatie met dementie de sfeer goed te houden? 

    Stel hier je vraag