De buurt maakt zich zorgen. Anne en Pieter, zo’n aardig stel dat er altijd was als er iets in de straat te doen is. En nu trekken ze zich helemaal terug. Ze maken samen dagelijks een wandelingetjes, maar Pieter ziet er verdrietig uit en Anne lijkt alle gesprekken te ontlopen. Voor de buurt een rare situatie. Niemand begrijpt hier iets van. Wat gaan ze doen: aanbellen en vragen wat er aan de hand is? Er een telefoontje aan wagen? De kinderen inschakelen? Kortom: meerdere opties en hoe meer opties je hebt, hoe meer je daar over praat in plaats van iets te DOEN!

Natuurlijk denken we voor dat DOEN aan Ita. Dat is de vrouw in de buurt met de meeste tact. Maar gek genoeg staat Ita niet te springen, ze loopt nog wat na te denken. ‘Het staat zo opdringerig’, zegt Ita.

Hoe pak je dit goed aan? Vier tips:

  1. Houd het gewoon! Laat iemand bij hen langs gaan, die ze goed kennen.
  2. Heb het niet over ‘zorgen’ die je je maakt, maar….benoem wat je opvalt: ‘We missen jullie bij de buurtborrel’ of ‘ We hadden gisteren leeskring, maar jullie waren er niet, hoe is het met jullie?’
  3. Luister vooral belangstellend en dring niet aan. Houd er rekening mee dat je niet meteen het hele verhaal te horen krijgt, maar probeer een kleine ingang te vinden.
  4. En als je die gevonden hebt, vraag dan hoe je kunt helpen. Wees daarbij praktisch in je aanbod en noem 1 voorstel. Blijf niet vaag door b.v. te zeggen ‘als ik je ergens mee kan helpen’.

Heb je bijvoorbeeld het vermoeden gekregen dat Pieter steeds meer op Anne gaat leunen vanwege vergeetachtigheid? In elke gemeente zijn er steunpunten mantelzorg, die je kunnen helpen bij de vraag hoe je hier het beste mee om kan gaan. Vraag hen om advies.

Stel hier je vraag